5 tips om te kiezen voor de Fit-O-Meter!
In elke gemeente staan ze wel te pronken, die Fit-O-Meters. In een bosrijke omgeving waar een joggingparcours is aangelegd, kom je onderweg geregeld enkele toestellen tegen die je helpen bij enkele krachtinspanningen. Een goed overzichtje hierbij vind je op de volgende link: https://www.sport.vlaanderen/waar-sporten/sporten-in-de-natuur/fit-o-meter/
Even de voordelen van de Fit-O-Meter op een rijtje:
-
De Fit-O-Meter nodigt uit tot sociaal contact: krachtige inspanningen is leuk voor even, maar na een tijdje kan het toch wel wat beginnen vervelen. De Fit-O-Meters zijn zo opgebouwd, dat de gebruiker best wel wat hulp kan gebruiken van een medejogger. En sociaal sporten is eigenlijk alleen maar positief: onze hersenen die instaan voor sociale interactie, teamwork en planningscapaciteit worden geprikkeld en zullen alleen maar groeien.
-
Sporten in een bosrijke omgeving met een hobbelige ondergrond maakt je pezen en gewrichtsbanden stabieler. En waar zijn die losse takken, boomwortels en oneffen bospaden nog goed voor? Juist ja, ze leren je veel beter je eigen lichaam te balanceren: de hersenen leren beter de positie van het lichaam en de lichaamsdelen inschatten wanneer het zich aanpast aan een onregelmatige ondergrond. Dat leuke fenomeen heet proprioceptie.
-
Outdoor sporten betekent: zon, zon, zon! Zo houden we ons Vitamine D-gehalte voldoende op peil.
-
Outdoor sporten betekent ook een grotere productie van stikstofoxide in de huid. Door die grotere hoeveelheid aan stikstofoxide kunnen de bloedvaten meer ontspannen, wat de thermoregulatie in het lichaam ten goede komt: de bloeddruk daalt en je voorkomt oververhitting van de hersenen.
-
Wanneer je buiten sport, dan vat je eigenlijk geen kou. De grotere productie van stikstofoxide activeert de zweetklieren die de warmte van je hele lichaam zullen reguleren.
Wat is nu de theorie achter het heil van die Fit-O-Meters?
Na een periode van hevig feesten is het vaak niet al te best gesteld met ons lichaam. Een gouden tip hiervoor is heel veel bewegen, maar dan wel op de juiste manier. Want: niet alle vormen van beweging hebben een goed effect op het lichaam. Immers, te intensief bewegen verzwakt de spieren en vergroot de kans op chronische blessures. Het best wissel je af : lange, langzame bewegingen gecombineerd met korte, intensieve bewegingen. En daarvoor is de Fit-O-Meter dan weer ideaal.
Maar, waarom is die manier van beweging nu het best? Laten we om die vraag te beantwoorden even een ferme duik nemen in de tijd en terugkeren naar het leven van onze lang vervlogen voorouders. Hiervoor schrijven we zo’n paar miljoen voor Christus. Om aan voedsel te geraken was het noodzakelijk om een nomadische levensstijl aan te nemen. Het zoeken van bessen en knollen kostte onze voorouders slechts lange en trage bewegingen, maar wanneer ze gingen jagen of wanneer ze zelf gejaagd werden, dan waren korte en zeer intensieve bewegingen van uiterste belang.
Het nomadenleven van onze voorouders heeft wel degelijk bepaald welke conditie nu het meest geschikt is voor ons lichaam. Zo is het nog altijd het meest gezond om voor langere periodes op een rustige manier te bewegen en slechts voor korte periodes zware inspanningen te leveren. Dat die manier van bewegen het gezondst is, heeft alles te maken met de manier waarop ons lichaam energie produceert.
Bij lange, langzame inspanningen maakt het lichaam gebruik van het aerobe energiesysteem. Volgens dat systeem wordt de glucose uit onze reserves in de spieren en lever gebruikt en worden onze vetten verbrand. In de mitochondriën van onze cellen worden die glucose en vetten dan omgezet naar energiemolecules. Eigenlijk kunnen we de mitochondriën zien als kleine energiefabriekjes die op een heel duurzame manier energie weten te winnen. Let wel: deze duurzame manier van energiewinning kan enkel gebeuren wanneer het lichaam voldoende zuurstof binnenkrijgt. En om aan voldoende zuurstof te geraken moet men op een normale manier kunnen ademhalen. Het aerobe energieproces treedt in werking wanneer we fietsen of wanneer we joggen en wanneer we eigenlijk nog voldoende energie hebben om op een normale manier te spreken.
Bij korte en hevige inspanningen doet ons lichaam dan weer beroep op het anaeroob energieproces waarbij geen zuurstof komt bij kijken. Omdat we op een heel korte tijd aan heel wat energie moeten geraken, doet het lichaam bij dergelijke krachtinspanningen geen beroep op onze energiefabriekjes, de mitochondriën, maar gaat het op zoek naar een manier van energiewinning die veel sneller gebeurt. Buiten de mitochondriën wordt de glucose omgezet naar energie. Buiten de mitochondriën om energie winnen uit glucose is evenwel niet even efficiënt als wanneer dat gebeurt in de energiefabriekjes. De energie die je wint is immers veel lager, waardoor er veel meer glucosemoleculen nodig zijn. En om aan veel glucosemoleculen te geraken is onder andere de productie van het activiteits- of stresshormoon cortisol noodzakelijk. Onder invloed van het hormoon komt de glucose vrij uit de lever en spieren en kunnen ook de eiwitten in de spieren omgezet worden naar glucose.
Het grote voordeel die korte krachtinspanningen is het feit dat ons lichaam tijdens het energiewinningsproces eigenlijk ook heel wat vetten en eiwitten aanmaakt voor nieuw spierweefsel. Heel eventjes tot het uiterste gaan betekent dus dat je gewoon spieren kweekt. Boksoefeningen, push-ups of squats zijn hiervoor ideaal. Dat het lichaam voor deze inspanningen geen zuurstof nodig heeft, merk je wanneer je kijkt naar hardlopers: zij hebben amper de kans om op een normale manier adem te halen.
Toch mogen we ook niet overdrijven met die hevige inspanningen. Flexibel afwisselen tussen de twee energiesystemen is enorm belangrijk. En daar is wel een zeer goede reden voor: bij hevige inspanningen bouw je niet enkel spiermassa op, maar bouw je ook nog iets anders op, namelijk, lactaat. Lactaat ontstaat als restproduct bij anaerobe energiewinning. Zware inspanningen aanhouden voor een te lange tijd heeft met andere woorden een verzurend effect. Nog een ander minpuntje is dat wanneer men te lang de spieren hevig teistert, de spieren eigenlijk niet sterker worden, maar uiteindelijk verzwakken: te veel eiwitten moeten worden afgebroken, wat onze spieren en pezen helemaal niet ten goede komt.
Beweeg daarom voor een langere tijd op een rustige manier en verbrand zo je vetten, maar wissel daarna ook weer af met een stevige krachtoefening en kweek zo je spieren.
[ABTM id=9227]